‘Vluchtweg via de voortuin’
aanpak/methode 2005

In de Blazoenstraat (zijstraat van de Groenstraat, uiterste randje van de Piushaven), staande op het middelste punt, zeg maar halverwege de straat, is iets frappants te zien. Een zogeheten SULO-bak, zo'n groene bak om tuinafval in te doen, is omwikkeld met glanzend fotopapier. De afvalbak is als het ware verpakt in een poster met daarop gefotografeerde bloemen en struikgewas (met een stuk muur, dat ook).

 
Je zou kunnen zeggen: die sticker dient louter om te onthouden welke groenbak bij welk huis hoort. Maar het is zo'n overduidelijke versiering dat er wel wat meer aan de hand lijkt. Jammer is wel dat de bak niet helemaal, en ook niet helemaal netjes is afgeplakt met deze verfraaiing – een detail dat het doel van het tierlantijngerei ietwat komisch maakt. Eigenlijk werkt het zelfs tegendraads. De aandacht wordt zo nog meer richting dat groene vierkanten gedrocht getrokken. Maar de goede bedoeling is duidelijk. Een groenbak met een esthetisch tintje is in ieder geval geen middelmaat moet je maar denken. En middelmaat is precies waar deze straat niets mee te maken wil hebben.
Dat valt – bezien de tuintjes – in ieder geval niet te loochenen. Alom creatie die meer wil zijn dan zomaar een tuintje. Een klein boompje met fijne ranken is precies in het hart van een tuin geplaatst (nummer 25), op de plaats waar je welhaast een altaar zou verwachten, zo in afwezigheid van andere begroeiing. De bonsai-associatie roept boedha-beeltenissen op, al weet ik niet in hoeverre die twee met elkaar te maken hebben. Als bonsais in het nirvana (ofwel het hemelse) groeien dan tamelijk veel; de centrale situering van dit plantje geeft in elk geval een bepaald belang aan dit gewas. Even verderop (in dezelfde rij huizen, op nummer 43) is precies hetzelfde te zien. Ook weer een eenzaam plantje, ditmaal in een stenen schaal, zelfs op een voetstuk geplaatst, als dat van een bezinningsplek in meer oriëntaalse oorden, waar men rondom staat om mythen en sagen te delen. Maar laten we vooral in het hier en nu blijven. Er zijn meer directe tekenen die de wil (of is het is 'de Wil'?) naar het ietwat hogere ontsluieren.
Neem bijvoorbeeld dat voortuintje met kiezelstenen en de platte rivierstenen, of dat voorportaal met de typische stijl die de sfeer ademt van een plantsoen in een Franse kasteeltuin. Of het stukje met gebroken oud aardewerk en een meer natuurlijke begroeiing, dat de sfeer van een middeleeuwse idylle oproept. Wel zij opgemerkt dat je dit pas ziet als je erboven gaat hangen, met een been in de lucht (anders val je over het hekje) en één oog dicht om niets van het wegdek mee te krijgen, maar dit terzijde.
Vaststaat dat de voortuintjes van de bewoners niet zomaar een overgang zijn van binnen naar buiten, van cultuur naar natuur. Ze zijn daarboven nog een verwijzing naar verre oorden, of een verwijzing naar vergane oude tijden. En als je ervoor openstaat, met een oogje toe en een voetje in de lucht, kan de magie van oude tijden en verre oorden bezit nemen van je ziel. Dat is wellicht wat overdreven, maar kijk je goed, dan wordt de oude pot een verborgen ornament, de kale tak een talisman, een boompje een gedenkteken boven een schrijn, het tunneltje de weg naar de sarcofaag, het stuurwiel aan het witte hekje een symbool voor het teruggaan en verdergaan inéén… Zo verworden de anachronismen in de Blazoenstraat tot plechtankers in de tijd, de anomalieën tot glazen bollen waarin je iets exotisch ontwaart. Mooier kan bijna niet, zou je zeggen. Maar laten we tot slot ook nog even het altijd aanwezige tegendeel beschouwen.
Vreemd zijn namelijk de voortuinen waarin niets, maar dan ook he-le-maal niets staat of groeit. Deze variatie komt nogal verspreid en eigenlijk ook regelmatig voor, zo om de drie of vier huizen (bijvoorbeeld: de huisnummers 27, 37 en 36). Kijk maar: louter tegeltjes of kinderkopjes, c'est tout! Zijn ze te zien als een soort protestuiting? Als een no-nonsensehouding tegenover al die vermaledijde, naar escapisme neigende tuintjes? Een (de) idee van doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg, óf misschien zelfs een soort tegendraadse cult-uiting – de verheerlijking van het fabrieksportaaltje? Want ja, wat is daar eigenlijk lelijk aan? Wat is er afzichtelijk aan de groene afvalbak zonder opsmuk? Men oordele zelf, dat spreekt.

 Daan Rutten
02-03-2005

meer weten over semiotiek?


 
 Daan Rutten
over de St Josephstraat

 Mike van der Stap
over de Oisterwijksebaan
over de Wethouder Kerstensstraat

 Sanne Carrière
over de Betuwestraat
over de Twentestraat

 Willemijn van Geldrop
over de Hoek Hoogvensestraat-Lancierstraat
over de Hoek Lourdesstraat-Hoevenseweg