De aantrekkingskracht van de kapper
een wandeling met John van den Dungen
Een wandeling met kapper John van den Dungen van Enzo-Kappers (dinsdag 4 mei 2010) Vanaf de kapsalon naar de Leenherenstraat en terug

Voor de laatste nieuwtjes, roddels en geruchten moet je bij de kapper zijn. De leukste, mooiste en gekste gesprekken ontspinnen zich dan ook op de kappersstoel. John van den Dungen (38) van kapsalon Enzo-Kappers weet er alles van. ,,Het sociale aspect is ontzettend belangrijk.’’

Het is al tegen sluitingstijd als de laatste klanten in de Tilburgse kapsalon aan de Fatimastraat in Fatima een knipbeurt krijgen. Uit de boxen klinkt op radio 538 het nieuwste nummer van Rihanna. Terwijl Samantha en Britt zich volledig focussen op het knippen en kleuren van haren, maakt eigenaar John van den Dungen zijn laatste rondje voordat hij afsluit. ,,Is de kleur goed?’’ vraagt hij aan een klant die komt afrekenen. Ze is tevreden. ,,Dit is precies zoals ik het wilde.’’

Enzo-Kappers is gevestigd in het voormalige pand van slagerij Voskens. Waar nu haren worden gewassen, stond vroeger een koelcel. In de ruimte achter de salon toont de ondernemer de sporen van het recente verleden. Uit het plafond steken haken waar ooit varkens aan hingen. Het gebouw is multifunctioneel: naast Enzo-Kappers is ook het bedrijf Mezzo Lunch in het pand gevestigd. Boven de kapsalon wonen studenten. ,,Het is een prima pand. Ik zit hier goed, zeker gezien alle nieuwbouwplannen van de gemeente in deze omgeving.’’

De kapsalon van John is nog vrij nieuw – in augustus bestaat de zaak twee jaar – maar zelf loopt John al ruim twintig jaar rond in de kappersbranche. ,,Het is een mooi beroep,’’ stelt hij. Een kapper moet niet alleen goed zijn in knippen, kleuren en haarverzorging, hij of zij moet ook met iedereen een praatje kunnen maken. Zelf is John een geoefende spreker. ,,Ik zorg dat ik altijd op de hoogte ben van de actualiteit en ik motiveer ook mijn personeel om de krant te lezen. Je wilt als kapper niet met een mond vol tanden staan.’’

Voor veel klanten is het kappersbezoek een ontspannen uitje. John begint het gesprek altijd over het haar, maar op de kappersstoel gaat het al snel over het werk, de vakantie of over gedoe met de gemeente. ,,Driekwart van onze klanten komt voor de gezelligheid,’’ weet de eigenaar. Toch waakt hij ervoor geen buurthuis te worden. ,,Ik houd niet van geroddel. Ik woon hier in de buurt en ik wil geen scheve gezichten in mijn kapsalon.’’ Hij roept zijn kapster Samantha van Lieshout erbij. ,,Nee, wij zijn geen buurthuis!’’ reageert zij resoluut. ,,We zijn een kapsalon!’’

Voor we beginnen aan de wandeling door de wijk Fatima, drinken we eerst een kop koffie in de kapsalon. John wijst op het speeltuintje tegenover zijn kapperszaak aan de Fatimastraat. ,,Die heeft de gemeente hier kortgeleden geplaatst,’’ vertelt hij. ,,De ene helft van mijn klanten vindt het geweldig, de andere helft vindt het verschrikkelijk. Dat komt omdat een groep bewoners al heel lang probeerde extra geld te krijgen voor een speeltuintje of verbetering van speeltuintje het Musketiertje aan de Ringbaan Zuid, maar dat werd steeds afgewezen. Nu kon het opeens wel.’’

De komst van het speeltuintje is volgens de kapper niet los te zien van de nieuwe bestemming van het fraterhuis op de hoek. In het oude pastoriepand aan de Fatimastraat 28 worden sinds enige tijd zes gezinnen – voornamelijk moeders met kinderen – opgevangen die elders geen onderdak hebben.
,,Het zijn vooral hun kinderen die er spelen. Het opvanghuis is ook vaker onderwerp van gesprek geweest. Eerst zouden er hoertjes komen, maar dat plan kwam gelukkig niet door de raad.’’ John heeft geen enkel probleem met de crisisopvang in het pand. ,,Ik merk er eigenlijk niets van.’’

Als we richting zijn woning in de Leenherenstraat wandelen, vertelt John over zijn verleden. Jarenlang werkte hij als franchisenemer bij Cosmo Hairstyling in het centrum van Tilburg in de Heuvelstraat. Daarna gaf hij zes jaar lang les als docent haarverzorging aan de kappersopleiding in Tilburg. ,,Ik vond het lesgeven erg leuk. Toen ik stagebegeleider werd, begon het bij mij echter weer te kriebelen. Wanneer ik de stagewerkplekken kritisch bekeek, dacht ik vaak: dit kan ik beter. Op een gegeven moment heb ik de knoop doorgehakt en ben ik voor mezelf begonnen.’’

De Tilburgse kapper zocht eerst naar een geschikte locatie in De Blaak, maar hij slaagde niet in de luxe wijk. Toen kwam het pand aan de Fatimastraat vrij. Een prachtkans, al ging John niet over één nacht ijs. ,,Ik woon een paar honderd meter verderop. Ik heb er nu weinig last van, maar alles wat ik doe ligt onder een vergrootglas. Ik ga dus altijd met een lach over straat, kijk nooit chagrijnig. Ik bestel ook nooit in mijn joggingbroek een patatje bij de friettent. Ik wil representatief zijn. Ik wist wel dat het hier zou gaan lopen. Vanaf dag één heb ik niet te klagen gehad over de klandizie.’’

Van de Fatimastraat steken we over naar de Hertogstraat, de straat waar de meeste klanten van Enzo-Kappers wonen. Vanwege dodenherdenking hangen de vlaggen in de straat halfstok. De voordeuren in de straat zijn opvallend vaak verschillend gekleurd: rood, wit, blauw, groen en bruin. Een automobilist toetert als hij John ziet. De kapper zwaait vrolijk terug naar de bekende. Hij vindt het wel leuk dat mensen hem vaak begroeten. ,,Ik zie trouwens ook veel mensen die nog geen klant van mij zijn. Daar moet ik maar eens verandering in gaan brengen.’’

De Hertogstraat kruist aan het einde met de Leenherenstraat, waar de kapper met zijn vrouw en negenjarige dochter woont. ,,Het is de mooiste straat van Tilburg,’’ vindt John. ,,Een jaren’30 straat pur sang.’’ Hij doelt onder meer op de rode bakstenen en de erkers die warm en sfeervol ogen. Op zijn eigen huis is het bouwjaar 1936 te lezen. ,,In deze straat staan ook moderne woningen, maar die worden niet verkocht. Mensen willen graag authentiek wonen.’’

Parallel aan de Leenherenstraat loopt de Phoenixplaats, een luxe woonerf waar ooit fabrieken stonden. In 2007 verrezen hier luxe woningen en appartementencomplexen. ,,Een dag nadat de plannen in het Willem II stadion werden gepresenteerd, fikte hier een oude textielfabriek af,’’ herinnert John zich. ,,Zou het toeval zijn?’’ Samen met zijn personeel gooide hij bij de nieuwe bewoners direct folders in de bus om zijn kapsalon te promoten. Met succes. ,,De meeste nieuwe klanten komen hier vandaan. Het is een mooi erf. Die vind je zo niet in het centrum van Tilburg.’’

Via de Mechtildisstraat lopen we weer door de Leenherenstraat om vervolgens via de Vazalstraat, Valkenierstraat, Pagestraat en Kruisvaarderstraat terug te keren bij zijn kapsalon. ,,Vrienden van ons hebben ook een kapperssalon en hielpen een keer met flyeren. Ze verbaasden zich dat al die straatjes zo dicht bij elkaar liggen. Een onbekende kan hier zo verdwalen,’’ vertelt de haarknipper. De kapper komt niet vaak bij mensen thuis, maar soms komt hij per toeval wel ergens binnen. ,,Bijvoorbeeld als ik langs een klant kom die aan het verbouwen is. Als ergens een kindje wordt geboren, zorg ik ook wel dat ik een kaartje stuur. Die binding met mijn klanten vind ik belangrijk.’’

Knippen vindt John nog altijd het leukste. Hij heeft echter besloten minder te knippen, omdat hij kampt met kapperseczeem. Hij toont zijn handen met rode schilferige plekken op zijn vingers die zijn ontstaan door de blootstelling aan schadelijke stoffen in shampoo en verf. ,,Ik werk nu met handschoentjes, maar de allergie blijft. Heel vervelend.’’ Toen een vrouw uit Jeruzalem een aantal maanden geleden zijn handen zag, fietste ze gelijk naar huis om een zalfje voor hem mee te nemen. ,,Ik heb het gebruikt, maar het mocht niet baten. Ik vond het wel mooi dat ze dat voor mij deed.’’

In de afgelopen twee jaar heeft de kapper al genoeg meegemaakt in en rondom zijn kapsalon. Toen zijn zaak net twee dagen op was, kreeg hij de schrik van zijn leven. ‘Brand, brand, je woning staat in brand’ riep een vrouw in paniek naar hem. Het bleek uiteindelijk het huis van de buren te zijn. Een keer barste een klant ook in tranen uit omdat ze net een geliefde had verloren. ,,Je moet als kapper overal op in kunnen spelen,’’ benadrukt John. ,,Het is vooral moeilijk als klanten niet tevreden zijn. Maar de klant heeft altijd gelijk. Wat we opnieuw kunnen doen, zullen we ook altijd opnieuw doen.’’

De bezoekers van Enzo-Kappers bestaan vooral uit studenten en volwassenen tussen de 30 en 60 jaar. De studenten, die vooral op koopavond komen, worden gelokt met speciale studentenkortingen die duidelijk op de website www.enzokappers.nl staan vermeld. De kapsalon is speciaal voor de jongeren ook actief op Twitter. Allochtonen weten de kapsalon nog niet te vinden. ,,Een klant zei dat ik dan mijn website in het Arabisch en Pools moet laten vertalen,’’ glimlacht de eigenaar. ,,Misschien is dat in de toekomst interessant. Maar eigenlijk wonen hier weinig mensen uit andere culturen.’’

Enzo-Kappers is niet de enige kapsalon in het Piushavengebied. Toch denkt John dat de kapperszaken elkaar niet hevig beconcurreren. ,,Hardy’s is bijvoorbeeld iets heel anders. Bij ons zul je geen BMW’s voor de deur vinden. We willen dat iedereen zich hier thuis voelt.’’ Zijn eigen zaak beschrijft hij als de ‘betere buurtkapper’. ,,Ik wil een plek bieden waar mensen kunnen relaxen en waar ze professioneel worden geholpen bij de verzorging van hun haar.’’ Hij geniet vooral van de ‘samenwerking’ met de klant. ,,Het eindresultaat is altijd een beetje van de klant en een beetje van de kapper.’’


Nathanaël Veldhuijsen, mei 2010