Een punt achter Huisboomfeest
een wandeling met Suleika Gommers
Rondom de Piushaven

“Wie wil er een stukje taaaaart?” klinkt het net nadat ik binnen ben gekomen in café Burgemeester Jansen aan de Piushaven. Wapke Feenstra begint uiterst enthousiast aan haar laatste huisboomfeestdag. Over het aantal bezoekers valt niet te klagen. Al ruim voor één uur zit het café vol met mensen die de laatste officiële dag van het kunstproject Huisboomfeest willen meemaken. De drukte bleef buiten al niet onopgemerkt door de hoeveelheid fietsen links en rechts van het café, waartussen op het laatste moment nog een terrasje werd opgezet omdat de zon door leek te komen.
Bij binnenkomst zie ik Wapke links van me aan een paar tafeltjes staan. Ze is bezig met het aansnijden van drie bakkerstaarten waarop in groene letters de woorden ‘huis’, ‘boom’ en ‘feest‘ staan. Ik schud haar de hand en ze vertelt me kort wat de bedoeling van de dag is. Of ik met Henk Kuiper mee wil lopen om de ontembare natuur rondom de Piushaven vast te leggen. “Het is die man met die bril, daar aan de bar.” Ik stel me netjes voor en als ik terug bij Wapke kom, wordt net het laatste stuk van de eerste taart op een bordje gelegd. Ik krijg een stukje ‘boom’-taart en bedenk me dat het een goede combinatie is met de natuurwandeling waar ik straks aan deelneem.
De aanwezigen hebben gekozen voor de wandeling ‘ontembare natuur’, de ‘achterlangswandeling’ of ‘de sleetse feesttocht’ die worden voorgegaan door Henk Kuiper, Paul Bogaers en Peter Westenberg. Zij hebben ieder een tekst en beeld bijdrage geleverd aan het huisboomfeestboek, waarvoor ze naar de website en de wijk keken. Voordat de drie wandelingen starten, neemt Wapke het woord om de allereerste bundel over ‘zeven jaar HBF’ uit te reiken aan cultuurwethouder Marjo Frenk. Hierbij wordt benadrukt dat het project zonder steun van KORT (Kunst in de Openbare Ruimte van Tilburg) en de Gemeente Tilburg niet tot deze hoogte had kunnen stijgen.
Wapke is erg tevreden over het eindresultaat van het huisboomfeestboekje, dat op klein en handzaam formaat gemaakt is. De ringband maakt het gemakkelijk door te bladeren, waarbij meteen de grote hoeveelheid kleurenfoto’s opvallen. Het is een beknopt overzicht van de activiteiten die op deze website staan en toont de cyclische tijd in het Piushavengebied over de afgelopen zeven jaar. Een tijd die officieel wordt beëindigd, maar nooit helemaal zal worden afgesloten of vergeten. “Er is hier zo veel te zien en te doen. Ik heb het boekje al twee keer gelezen en ik vind het nog steeds leuk!”, vertelt Wapke.
De drie wandelgroepen verzamelen ieder aan een andere kant van café Burgemeester Jansen. Het duurt even voor de groep van Henk Kuiper compleet is, maar direct daarna barst Kuiper uit in een golf van informatie. Hij vertelt kort wat over de Week van de Biodiversiteit en de groene corridors die door Tilburg lopen. Kuiper noemt de nieuwe borden van de Schatten van Brabant, die onder andere aan de Ringbaan Oost te zien zijn: ‘Hier zou gebouwd kunnen worden…’. De ontembare natuur is overduidelijk aanwezig in deze grote stad. Het gaat om speciale plantjes die uit alle windstreken van de wereld zijn overgekomen door onder andere immigratie. “Het is dus niet zomaar gras waar je overheen loopt!”.
Op de droge plekken in de stad, met name aan de noordzijde van de Piushaven waar onze tocht vanuit het café begint, komen veel woestijnachtige planten voor. Op deze plekken komt de zon het meest om de hoek kijken en groeit bijvoorbeeld veel langbaardgras. Standsplanten als deze komen weinig tot niet voor in natuurgebieden. Juist omdat het in steden keer op keer vernietigd wordt, worden de planten zo sterk dat ze telkens weer gaan groeien. Het is simpelweg niet weg te krijgen met bijvoorbeeld het spuiten van gif. Zo wordt ook de paardenbloem bestreden in de stad, omdat het langs gebouwen af als onkruid wordt gezien. Het wegbranden helpt ook hier niet; de wortel zal altijd blijven, waardoor op den duur de paardenbloem alleen maar sneller terugschiet.
Terwijl de grote, gevarieerde groep richting het oosten loopt, benoemt Henk Kuiper steeds de grote hoeveelheid tredplanten. Deze planten zijn erg taai en kunnen zeer goed tegen betreding. Het liggende karakter komt daarmee overeen. Over de grote weegbree schreef Henk Kuiper het volgende: ‘Al vertrapt men mij keer op keer, ik kom boven telkens weer’.
We zijn nog geen vijftig meter van café Burgemeester Jansen vandaan wanneer we al drie soorten planten hebben gezien die uit allerlei windstreken zijn gekomen. Allereerst zagen we de geallieerde troepen, zoals Henk Kuiper de betreffende plantjes uit Canada noemt. Deze planten manifesteren zich overal waar ze kunnen. Daarnaast zagen we de Aziatische schijfkamille, die zich van de ‘gewone’ kamille onderscheid omdat de witte stralenkrans ontbreekt. Ook kwamen we trossen paardenbloempjes tegen die oorspronkelijk van het Afrikaanse continent komen. In 1937 is deze plant voor het eerst in Nederland gesignaleerd en dat was in Tilburg.
We naderen de Lanciersstraat wanneer we stil staan bij de zogenoemde lantaarnplantjes. De plantjes manifesteren zich rondom lantaarnpalen, waar uiteraard omheen gelopen wordt en volgens Geno Spoormans ‘de plantjes lekker nat gehouden worden’. Ook blijven de vlinderstruik, de ganzenvoet en de hopklaver niet onopgemerkt. We steken de straat over om de begroeiing aan de Piushaven te spotten. Er is sprake van hoge begroeiing, waar bijvoorbeeld de beekjuffer zich lekker in kan nestelen. De klissenbollen, die bijvoorbeeld in je haar kunnen blijven plakken, is een veelgeziene plant op de uitlaatroutes. Het stuk gras tussen het water van de Piushaven en de weg is bezaaid met madeliefjes. Henk Kuiper schreef daarover het volgende gedicht:
Waar de maaimachine onverstoord
mijn bloemen telkens weer vermoordt
juist daar neem ik in korte tijd
bezit van het hele grastapijt.
Voor we de Gondelstraat bereiken, zien we aan onze linkerhand een groot braakliggend terrein, waar het ‘onkruid’ de vrije hand lijkt te hebben. Het kruipertje is een veel voorkomende plant op de droge zandgrond. Wanneer het op een dergelijk terrein één à twee jaar rustig is, krijgen veel platen de kans om te groeien. Er is echter een nieuwe verordening aangenomen, die meldt dat een braakliggend terrein gemaaid moet worden om tijdelijke natuur niet de kans te geven groot te groeien. Toch is er hier niet echt sprake van een naleving van de verordening. Zeker voor de wilde klaproos is het geen probleem uit te springen op de meest onvruchtbare grond.
We zijn ongeveer op de helft van de wandeling, wanneer het weer het laat afweten. De transparante poncho’s die we op voorhand al hebben meegekregen worden uit de tassen en binnenzakken gehaald. De groep fragmenteert zich in kleine groepjes onder paraplu’s. Henk Kuiper houdt er wegens de regen de vaart goed in, maar de wandelaars zijn geïnteresseerd genoeg om vaak stil te blijven staan. Zo ook rondom de draaibrug van de Prinsenhoeven. Het land is daar gedeeltelijk opgehoogd, waardoor de bodem nu grotendeels uit voedselarm zand bestaat. Voor de smalle weegbree en de boterbloem is het geen probleem om toch door te komen.
Richting de middenpier van de Piushaven verandert de vegetatie sterk. Tussen wat bedrijven aan de linkerhand staat een bruine heg. Henk Kuiper weet te vertellen dat deze heg erg groen is geweest, maar zwartgebrand is. We vinden er ook de Canadese guldenroede, die van oorsprong niet in Europa is te vinden. De verwilderde planten hebben echter hun weg gevonden en groeien veelal op braakliggende terreinen en industrieterreinen, zoals hier aan de zuidzijde van de Piushaven.
Aan de waterkant vinden we veel soorten varens, zoals de sierlijke steenbreekvaren, de tongvaren en de muurvaren. De plantensoort krioelt tussen stenen en beton en vindt door de vochtigheid haar weg. Er komt een vraag over waarom de varen zo sterk aan de zuidoever van de Piushaven groeien en niet aan de overkant, waar we eerder liepen. Dat heeft ook te maken met de hoeveelheid zonuren die een dergelijk plantje per dag ontvangt. Na uitvoerig onderzoek zien we dat de wijfjesvaren van een ander, veel sierlijker soort is dan die van het makkelijk geslacht. Henk Kuiper loopt over een loopplank naar de boot, vanwaar hij het meest goede zicht heeft op de varen. Hier leest hij zijn gedicht ‘Varen’ voor.
Straks ziet u wellicht in Tilburgs haven
niet alleen maar bootjes varen,
maar wijfjesvaren en spontaan
mannetjesvaren daar achteraan.
En in hun kielzog tongzoenvaren,
eik-, muur-, hart- en steenbreekvaren
die vervolgens elk huis en elke toren
bedekken met miljoenen sporen
en hun best steeds blijven doen
voor Tilburg helemaal varengroen.
We naderen de middenpier wanneer de hoeveelheid bomen toeneemt. Van enkele bomen zien we de barst afbrokkelen. De groep dacht dat dit een slechte gezondheid van de boom betekende, maar voor de plataan is het juist goed als zijn barst eraf valt. Het gaat hier om een van de taaiste bomen van Europa. Henk Kuiper wijdde ook een gedicht aan de plataanboom.
(Fragment)
Ik ben een der taaiste bomen,
uit Zuid Europa ooit gekomen.
Daar trotseerde ik steen en rots
en mag daarom nu overal trots
in steden zelfs tussen asfalt staan
als moderne stadsplataan.
Aan het einde, of eigenlijk het begin, van de Piushaven zien we aangespoeld vuil, zoals een terrasstoeltje en flesjes drinken, maar ook veel wier. Het is hier niet modderig genoeg voor rietsoorten, maar we vinden wel planten als de valeriaan en waterlelies. Iedereen stapt wat treden naar beneden om alle zaken goed te inspecteren. Het uizicht over het gewandelde stuk rondom de Piushaven is ondertussen weer in het zonlicht gezet. De poncho’s gaan uit.
Voor de afsluiting van de rondleiding lopen naar café Burgemeester Jansen. Al voor de rondleiding was hier een bijzondere plant ontdekt, de kransmuur. Het is een Zuid-Europees plantje dat op een droge plek aan de rand van muren of gebouwen groeit. Hij werd voor het eerst gezien bij een flatgebouw, waar zich Turkse bewoners bevonden. Naar alle waarschijnlijkheid hebben zij dit plantje met hen ‘meegebracht’.
Henk Kuiper benadrukt de ontembare natuur als toekomst voor de stad. Er wordt alsmaar gebouwd, waardoor de stad niet langer zo groen lijkt. Echter, de groene corridors van Tilburg zijn veel groener dan men denkt. We moeten zicht houden op wat veel mensen onkruid noemen. Daar zit de pracht en kracht voor een sterk verstedelijkt gebied, zoals Tilburg.
De allerlaatste wandeling is ten einde en we splitsen in het café om nog na te borrelen. Het weer van vandaag is als een spiegel van het kunstproject. We begonnen de dag zonovergoten, maar tijdens de wandeling begon het te druppen en daarna harder te regenen. Toch kon deze dag maar op een manier worden afgesloten en dat is met deze geïnteresseerde en frequente bezoekers, die genieten van het Piushavengebied dat letterlijk in het zonnetje wordt gezet.


Suleika Gommers, juni 2010