Achter grijze gevels
een wandeling met wijkbewoners en burgemeester & wethouders
langs de modelwoningen en andere woningen in Jeruzalem

We schrijven twaalf december 2006. Rond het middaguur hebben zich ruim twintig mensen verzameld in buurthuis Jeruzalem. Naast een aantal geïnteresseerde bewoners bestaat het bonte gezelschap onder anderen uit een wijkagent, een jeugdwerker, en een stedenbouwkundige. Kortom: diversiteit wat de klok slaat, en wat kan gaan zorgen voor een interessante middag. Er wordt kennis gemaakt, koffie gedronken en cake genuttigd – dit alles ter inleiding voor wat vanmiddag zou gaan plaatsvinden: een wandeling door de wijk met burgemeester en wethouders. Het college bezoekt enkele keren per jaar een Tilburgse wijk om zo het contact met de buurt en haar bewoners te onderhouden. En wanneer het college ook gearriveerd is, leidt Ivo Rijerse, lid van comité Sloop Nieuwbouw, de wandeling in. Hij informeert bij de aanwezigen naar het beeld over Jeruzalem. Voorzichtig wordt er met woorden als ‘grijs’, ‘somber’ en ‘droevig’ geantwoord. Rijerse had al het vermoeden dat de wijk niet al te positief bekend zou staan en is des te meer gemotiveerd de andere kant van de buurt te laten zien - wethouders krijgen immers al voldoende “schrijnende gevallen” op hun bord. Hij geeft ons een voorproefje door ter plekke wat anekdotes uit zijn mouw te schudden. Zo worden autochtone bewoners uitgenodigd voor het suikerfeest van de overburen, is er een geslaagd voetbaltoernooi georganiseerd door Surinaamse jongeren en heeft de intocht van Sinterklaas plaatsgevonden op het water van de Piushaven, dat grenst aan de wijk. Later bleek dat hij uit tijdnood nog zes andere voorbeelden achterwege had gelaten. Tijdnood? Inderdaad, want volgens ons strakke tijdsschema is het tijd om van start te gaan.

We wandelen de hoek om en houden halt halverwege de straat. Kelly Damoiseaux, assistent-projectleider, vertelt ons dat de woningen in dit rijtje op de “zwarte lijst” staan van de Tilburgse Woningbouwstichting (TIWOS voor intimi). Het is de bedoeling dat hier seniorenwoningen gebouwd gaan worden. Ook wordt gedacht aan aanvullende voorzieningen voor ouderen, zodat die binnen handbereik zijn.
We steken vervolgens de straat over. Als de groep halverwege is (het is rond half één in de middag) wordt de groep opgeschrikt door een man die toetert, en al lachend vanuit zijn auto vraagt of we een avondvierdaagse aan het lopen zijn. Er klinkt ontspannen gelach. De groep geeft ondertussen haar ogen de kost en kan bij haar eerste indruk niet om de prominente aanwezigheid van het groen heen. De zachte decemberzon versterkt dit bijna idyllische plaatje. Wethouder Marieke Moorman merkt op dat het voor een wandeling als deze wel een wereld van verschil maakt wat voor weer het is. Was het vandaag een bewolkte dag geweest, dan werd juist de grijze tint van de wijk versterkt. Ook het seizoen kan de indruk van de toevallige passant behoorlijk beïnvloeden: valt de duisternis vroeg en hebben de bomen hun blaadjes verloren, dan vormt dit een scherp contrast met een willekeurige zwoele zomeravond, groen en blauw en zonnig.

We lopen een stukje en gaan dan met twee bewoners van aan elkaar grenzende “bedreigde woningen” aan de Twentestraat mee naar binnen, om te kijken hoe de huizen er achter de gevels uitzien. Meteen vallen de gekleurde muren en houten vloer op, die het geheel een knusse sfeer geven. Nogal een verschil met de grauwe buitenkant. Dat die houten vloeren gehorig zijn wordt door de bewoners bevestigd. Maar direct wordt de groep gerustgesteld: “Je hoort natuurlijk wel eens wat, maar ik heb er totaal geen last van. En mocht ik ergens last van hebben, dan is het contact met de buren zo goed dat het probleem zo is verholpen”.
In de relatief grote achtertuin horen we op de achtergrond – zoals beloofd – vogeltjes tjilpen. Uit verbaasde gezichten en dito reacties valt af te leiden dat de mensen deze royale afmetingen niet hadden verwacht. Burgemeester Ruud Vreeman vindt die geïmproviseerde tuintjes wel een zekere charme uitstralen.
Anekdotes zijn ook hier niet van de lucht; over buren die de schuttingen tussen hun tuinen laten verwijderen en het leren vliegen van vogels die uit hun nestjes zijn gevallen.
We gaan aan de achterkant de andere woning binnen. Daar valt meteen op dat alles niet alleen in spiegelbeeld staat van het vorige gebouw, maar dat ook de aankleding compleet anders is.
Enkele wethouders zijn duidelijk enthousiast geraakt door de ruime opzet van de wijk. Van ruimtegebrek had men geen last bij het uit de grond stampen van deze noodwoningen vlak na de Tweede Wereldoorlog. Maar dat ruimtegebrek is nu het voornaamste motief van TIWOS om hier het een en ander te veranderen. “De oude staat van de woningen past niet meer bij deze tijd”, zo luidt het argument. De stichting is daarom bezig met de renovatie van ruim 200 panden in de Veluwestraat. De huizen worden van binnenuit eerst gestripped en vervolgens compleet verbouwd. Voor de bewoners wordt voor drie maanden een ander onderkomen geregeld terwijl er in hun huis intensief wordt geklust. De bewoners van de wijk waren aanvankelijk wat huiverig over het idee om huis en haard een tijd achter te moeten laten voor een verbouwing waarvan het resultaat nog maar af te wachten valt. Ook in Tilburg geldt: wat een boer niet kent, vreet ‘ie niet. En gezien het feit dat bij het aanstaande referendum over deze kwestie zeventig procent van de bewoners hun steun moet toezeggen om het hele plan door te laten gaan, kon de positieve beeldvorming natuurlijk niet helemaal aan het toeval overgelaten worden.

Dit wordt wel duidelijk zodra we de modelwoning op Veluwestraat 35 betreden. Dit is een gerenoveerd huis dat nieuwsgierige bewoners kunnen bezichtigen om over de streep getrokken te worden. Deze kale woning is voor de gelegenheid toch een beetje aangekleed, en dient als decor voor de lunch. Naast een bouwplan waarop de grotere kamers door het verwijderen van de hal opvallen, en de versterkte wanden, nieuwe badkamer en kunststof kozijnen, zijn de foto’s van de woningen op de renovatielijst, die beneden aan de muur hangen, van een duidelijke toon voorzien. Asbesthoudende ventilatiekanalen, verstikking van de buitengevel, de boodschap lijkt duidelijk: genoeg redenen voor de bewoners om even een paar weken te verkassen en weer met een schone lei te beginnen.
En de tactiek lijkt zijn vruchten af te werpen: de inwoners staan inmiddels erg positief tegenover de renovaties. De reactie van een buurtbewoner: “Nou, dat had ik lang niet verwacht. Keimooi”. Hoe kan het ook anders - de verbeteringen zijn talrijk en de huurkosten stijgen nauwelijks. Ook het comité Sloop Nieuwbouw blijkt erg enthousiast over deze plannen om de huizen weer in ere te herstellen.

Maar een aantal woonhuizen in de wijk wacht wellicht een ander lot. Zo’n ingrijpende operatie blijkt in andere gevallen niet rendabel. “Eerst slopen, dan nieuwbouw” lijkt in deze gevallen een geschikte aanpak. TIWOS is dan ook van plan deze gebouwen te vervangen door nieuwe woonhuizen. Deze plannen zijn echter gebaseerd op “dubieuze veiligheidsredenen”, aldus Rijerse, die erg kritisch tegenover dit tweede plan staat. De problemen in de wijk mogen er dan wel zijn, maar er zijn ook tal van voorbeelden van saamhorigheid. De sfeer van een wijk wordt uiteindelijk niet bepaald door de muren, maar door de mensen die achter die muren wonen. Zij vormen het cement van de wijk.

Als we verder lopen weet wijkagent Roelof van den Bos te vertellen dat er ook behoorlijk wat achterstandsgevallen zijn in de wijk, zowel in sociaal als financieel opzicht. Er loopt een ‘achter-de-deur-project’ om deze problemen te lokaliseren, al zijn veel gevallen al bekend. De eerste resultaten van het project zijn niet bemoedigend, maar er is winst te boeken en daar gaat dan ook aan gewerkt worden. Opvallend is overigens dat hoewel die probleemgevallen en achterstandsgezinnen in de wijk herhaaldelijk genoemd worden, de tocht ons vervolgens voornamelijk langs tevreden, openhartige mensen voert, die achter het vooroordeel van de grijze eenheid allemaal zeer uiteenlopende, persoonlijke paleisjes van hun huizen hebben gemaakt.

Wethouder Hugo Backx is onder de indruk van het sociale netwerk in de wijk. “Sommige mensen wonen hier al 40 jaar. Daarom is de kwestie hoe we de buurt dienen te vernieuwen een fors dilemma”. Het is niet de bedoeling mensen uit de wijk te jagen, maar anderzijds is het nodig dat huizen betere voorzieningen krijgen en dat er bijvoorbeeld nieuwe woningen voor ouderen komen. Maar daarvoor moet je het oude soms opgeven. Dat is gelukkig niet altijd het geval. “Er moet een balans gezocht worden”, meent Backx, en hij vindt zo’n rendabel renovatieproject een voorbeeld van een goede mix.
Weer terug bij het beginpunt wordt de wandeling, en de discussie over identiteit en vernieuwing, beëindigd. Bij het slotwoord blijkt dat we keurig de planning gevolgd hebben. Voor de aanwezigen is nog aan een passend presentje gedacht: een fantastische Jeruzalem-kerstbal. Ruud Vreeman vertelt dat hij begrijpt dat de bewoners waarde hechten aan hun oude wijk. Een goede sfeer creëer je niet simpelweg door nieuwe gebouwen te plaatsen, beaamt hij. Uiteindelijk ligt de doorslaggevende factor in een wijk bij de mensen die er wonen. De aanwezigen worden bedankt, en ieder vertrekt huiswaarts.


Tom van Nuenen en Nathan de Groot, december 2006