‘Onbewogen haven’
aanpak/methode 2010

De lucht is gehuld in een zwart laken, geen wolkje of ster in de lucht te bekennen. De stilte in het gebied is opvallend, geen geroezemoes van alle activiteiten die plaatsvinden in de stad, geen dronken studenten die over straat zwalken. Het enige wat ik hoor is mijn dynamo op mijn fietsband en onze stemmen die een gesprek vormen.

 
In de verte zie ik een auto op de kade staan, op het moment dat ik dichterbij kom, zie ik dat er een tent naast staat.Het lijkt er op dat hier een nachtvisser aan het werk is geweest. We zijn aangekomen op de locatie, waar de Vendeliersstraat, Havendijk en Kruisvaardersstraat elkaar treffen; een steigertje. Zodra ik mijn fiets op slot zet en richting het houten bouwwerk loop, raak ik buiten gewoon gefascineerd door het uitzicht. Dit moet haast wel het meest romantische plekje van de Piushaven zijn, de lichtjes van de buitenwereld dansen op het bijna onbewogen water.

Het onbewogen water doet mij niet denken aan een haven. Het waterverkeer in steden als Nijmegen of Rotterdam gaat altijd door. ’s Nachts wordt het water langzaam vooruit geschoven door naderende vrachtschepen. Daar is hier niks van terug te vinden. Het enige industriële waar ik mee geconfronteerd word, is het afval in het water; plastic zakken, snoeppapiertjes, bierblikjes en herfstbladeren in staat van ontbinding. Zo ook de steiger. Het lijkt op een ontmoetingsplek van hangjongeren. Dat staat in contrast met de nachtvisser op de kade, die deze sport in absolute stilte uitoefent.
Het uiteinde van de steiger drijft op het water, terwijl mijn voeten voortbewegen op het bouwwerk, beweegt de steiger met me mee. Er ontstaan rimpels in het water. Af en toe hoor ik een auto voorbij razen aan de andere kant van het water, maar aan ‘onze’ kant blijft het angstvallig stil. In geen enkel huis brandt nog licht, wat me doet vermoeden dat er weinig studenten in de wijk wonen. Ik voel me alsof ik op iemand zijn steiger zit. Alleen een straat scheidt me van de verlaten ogende woningen. Inmiddels staat de grote wijzer op de vijf, verkleumd en moe sluiten we de ‘avond’ af en spreken af deze plek nog eens te gaan bekijken in daglicht. Zou het overdag anders zijn?

Uitgeholde tegels met staal

Dit keer zijn we geheel voorbereid vertrokken, met een plaid, laptop, camera en flesje wijn in de tas. Het valt me gelijk op dat de straten ineens bruisen van het leven; kinderen die over de kade rennen met een schepnetje in de hand, buurtbewoners met een hondje aan de lijn en fietsers. De steiger heeft een hele andere betekenis gekregen, het maakt nu deel uit van het dagelijkse gezinsleven.
De anonieme stilte heeft plaats gemaakt voor het geluid van spelende kinderen, geraas van passerende auto’s, gekraak van fietsen, gepiep van de meerkoet in het riet en zwemmende eenden. Ondanks de dynamiek van de omgeving is het water nog steeds rustig, het water lijkt op een rimpelend zijden kleed. De structuren blijven constant. Hier en daar ontstaat er een zwemspoor van een eendje in, maar meer ook niet. Nog steeds geen schepen te bekennen. Ineens valt me een detail op naast de steiger, iets dat ik ’s nachts onmogelijk kon zien.

De wand van de kade bestaat uit grijze rotsachtige blokken, om de zoveel meter, zit er een uitgeholde tegel met een stalen paaltje in de muur bevestigd. De groei van mos doet me vermoeden dat ze geen functie hebben, omdat ze er niet gebruiksklaar uit zien. Deze uitgeholde tegel met stalen constructie bevindt zich achter de steiger. Na wat research kom ik erachter dat het een ‘bolder’ is, een constructie om touwen aan vast te maken. Dat zou betekenen dat het bedoeld is voor aanmerende schepen. Aangezien de meeste bolders dicht gegroeid zijn met mos, ga ik er vanuit dat er nooit of in ieder geval weinig schepen aanmeren hier.

Ik ben nieuwsgierig of er ook een mogelijkheid is tot aanmeren aan de steiger. Er zijn twee ringen bevestigd, erg stevig ziet het er niet uit. Daarbij vind ik het dubieus dat de steiger op het water drijft en wel de mogelijkheid heeft tot aanmeren. Een steiger is bedoeld als ‘anker’, een zeker gevoel van stabiliteit op het water. De boot ergens aan kunnen bevestigingen zodat deze op het water kan dobberen.

Een verschil als dag en nacht

De steiger heeft twee compleet verschillende gezichten. ’s Nachts is het een plek van bezinning, romantiek en mysterieuze ambiance, overdag een onderdeel van de wijk zonder duidelijke betekenis of functie. Er zijn een aantal goede argumenten te benoemen die aantonen dat de Piushaven eigenlijk geen haven is, maar meer een gracht met een duidelijkere afbakening. Een haven is een punt waar wordt geladen en gelost, een einddoel van het water als hoofdweg. In een haven varen schepen; grote schepen, pleziervaart, vissersboten en de waterpolitie. In de Piushaven vaart helemaal niks. De bolders met mos en het ontbindende afval zijn al voortekens van de stilte op het water. Het gegeven dat er kinderen met schepnetje vissen in het water geeft aan dat deze locatie niet gevaarlijk of bedreigend is, maar een ontdekkingsplaats voor het inventieve kind.
Het feit dat we met zijn drieën op de steiger konden zitten met de muziek aan en de fles wijn in het zicht, geeft aan dat de buurtbewoners weinig geven om rust en stilte in de buurt. Misschien dat ze zelfs gewend zijn aan dat beeld. We gingen gewoon op in de buurt, wat kan betekenen dat deze buurt gastvrij is. Alles kan hier passend gemaakt worden in het plaatje.

De Piushaven spreekt niet voor zichzelf, maar laat zich vertalen door haar bezoekers.


 Jill Hagen
01-04-2010

meer weten over semiotiek?


 
 Anne Walda
over de Casper Houbenstraat

 Ilse Klaassen
over de Hoogvensestraat

 Karin van den Driesche
over de Piushaven

 Lies Geven
over de Betuwestraat

 Marieke Hopman
over de Van Hessen Kesselstraat