‘Verscholen identiteiten’
aanpak/methode 2005

De grote cypres op de voorgrond, de kleinere erachter verscholen. Beide zijn ze het hele jaar groen; onbeweeglijk en onveranderlijk maken ze alle wijzigingen mee die de seizoenen hun omgeving opleggen. Het is koud in de Betuwestraat, het winterseizoen doet het groen van de bomen nog meer opvallen.

 
De bescherming die de grote cypres de kleine biedt en de bescherming die de kleine cypres op zijn beurt het huis dat op nummer 38 staat verleent, kan de positie van de buurtbewoner binnen de buurt weerspiegelen. Doordat de cypres aan de straatkant geplaatst is, biedt hij bewoners afscherming en kan hij nieuwsgierige onbekenden van de straat buiten de tuin houden. De kleinere cypres neemt vervolgens de bescherming van het huis en haar bewoners voor zijn rekening. Ten opzichte van de boom aan de straatkant is deze cypres misschien klein, toch is hij in staat een belangrijk deel van het woonhuis af te schermen voor blikken van buitenaf. Ongeacht het seizoen bieden de bomen bescherming tegen ieder die het huis nadert; de één een replica, een herhaling of verkleinde reproductie van de ander. Zijn de twee bomen in staat de identiteit van de bewoners van de Betuwestraat te symboliseren? Ze geven in ieder geval de mogelijkheid tot een treffende sfeeromschrijving van de straat, zoals deze te ervaren was op 14 maart 2005.

Als dit perspectief van herhaling wordt verlegd naar de hele Betuwestraat, lijkt vooral de overheersende keuze voor groen en grijs van belang. Deze keus vindt haar weerklank in het vele gras dat de tuinen begroeit en de heg die individueel grondgebied afbakent, en in de kleur van zowel straat, huis als trottoir. Het zich telkens herhalende patroon van grijze steen is zowel terug te vinden in de manier waarop de straat gelegd is, het patroon van het trottoir, en daarmee ook vaak van de voortuin, en de wijze waarop de muren van de huizen gestructureerd zijn. Deze herhaling benadrukt de geslotenheid die de straat uitademt. Het patroon van achtereenvolgens straat, trottoir, voortuin en muur laat weinig ruimte over voor uitingen van persoonlijke identiteit; het herhaalt zich. Er is weinig onderscheid tussen de tuin of het huis van de buren en eigen huis en tuin. Een uiting van identiteit van de bewoners wordt op deze manier teruggedrongen tot het binnenste van de huizen; aan de buitenkant is immers bijna niets af te lezen. Dit draagt bij aan de geslotenheid die de straat uitademt.
Ook al zijn deze terugkerende vormen hoogstwaarschijnlijk geen bewuste keus van de huidige bewoners, belangrijk is wel dat dit herhalingspatroon door hen in stand wordt gehouden en zelfs wordt aangewend om (groeps)identiteit uit te dragen.

De keus voor een eeuwig groene cypres als grenswacht tussen openbare weg en tuin, en vervolgens een tweede wacht op de grens tussen binnen en buiten, markeert de afstand die de bewoners creëren tussen henzelf en bezoekers. Onbekenden moeten eerst twee cypressen passeren voordat ze zich toegang kunnen verschaffen tot het privé-terrein van de bewoners.
Veel buurtbewoners kiezen voor een afstandelijke, gesloten voortuin, die hiermee juist hun onderlinge groepsidentiteit ondersteunt. Een veelvoorkomende tuininrichting laat niets anders zien dan een doortrekken van het trottoir, soms aangevuld met een ander type steensoort om het onderscheid tussen openbare ruimte (trottoir) en privé-grond te kunnen maken.
De groepsidentiteit is er een van afbakening en geslotenheid: herhalende patronen en veel groen en grijs worden aangewend om privacy te waarborgen en te benadrukken. Het groen van de natuur en het grijs van de verschillende soorten bestrating worden nauwelijks onderbroken door tekenen van persoonlijke identiteit.
Deze geslotenheid kan nog verder worden doorgetrokken, door te zeggen dat de bewoners zich op vergelijkbare manier van hun buurtbewoners willen afschermen. In hoeverre deze privacy ook binnen de groep, dus tussen de bewoners onderling, wordt gehanteerd, blijft voor de bezoeker onbekend. Een belangstellende kan door de cypressen de onderlinge groepsstructuur niet blootleggen, enkel de aanwezigheid en aard hiervan.
Gesloten tuinhekjes komen hier opvallend vaak voor. Zij bakenen tot op de centimeter af wat persoonlijk is en wat algemeen. Deze tuinhekjes zijn een aanwijzing dat ook binnen de groep privacy hoog wordt gewaardeerd. Elke bewoner en elke bezoeker kan zo haarfijn de grens bepalen tussen wat algemeen is en wat privé, wat straat is, wat huis en wat tuin; kortom: de ruimte tussen grenswachten, tussen grote en kleine cypres, laten door middel van zich herhalende patronen zien hoe de bewoners van de Betuwestraat hun verlangen naar privacy op verschillende, maar eenduidige wijzen tonen. Het belangrijkst lijkt hier het waarborgen van de persoonlijke identiteit binnenshuis.De tuinen lijken vooral in het teken te staan van het beschermen van deze identiteit. Als de cypressen dus geheel in staat waren gebleken de identiteit van de bewoners van de Betuwestraat te symboliseren, had de grote cypres achter de kleinere cypres gestaan. Op die manier wordt het belangrijkste eigendom door de grootste beschermheer van de buitenwereld afgeschermd, gevolgd door zijn kleinere equivalent, die de grens tussen openbare ruimte en privé-ruimte aangeeft.

 Sanne Carrière
31-03-2005

meer weten over semiotiek?


 
 Daan Rutten
over de Blazoenstraat
over de St Josephstraat

 Mike van der Stap
over de Oisterwijksebaan
over de Wethouder Kerstensstraat

 Sanne Carrière
over de Twentestraat

 Willemijn van Geldrop
over de Hoek Hoogvensestraat-Lancierstraat
over de Hoek Lourdesstraat-Hoevenseweg