‘Een varia aan cafetaria’
aanpak/methode 2009



 
Ondanks dat cafetaria´s vaak losse bedrijfjes zijn, kent het snackbargilde een eenduidig vaandel: de lichtreclame van Coca-Cola. Of het de vierkante borden zijn die de naam van de snackbar in dikke zwarte letters flankeren of het uitstekende ronde bord, alles is erop gemaakt om van een grote afstand zichtbaar en herkenbaar te zijn. Maar zo werkt het ook: als een baken in de zee der hongerigen. Vreemd genoeg laat de strakke vormgeving(loosheid) van enkel de naamborden niets los over wat zich daar beneden af moet spelen. De soberheid van de typografie wekt geen associaties met eten op. De bruisende cola daarentegen dient de dorstigen te trekken als vliegen naar honing: hier weet je dat je bevrediging krijgt van je maag´lijke lusten!
De snackbar is een plek om een vlugge maaltijd buiten de deur te halen die niet te veel hoeft te kosten: de restaurants van de gewone man. Want of je het nu zo duur maakt als een gepocheerde zalm of zo goedkoop als een patatje oorlog, de mens wil zich graag laten bedienen. Dit gevoel van luxe stijgt uit boven de eerste levensbehoefte van het verzamelen van eten, en dient voor iedereen haalbaar te zijn. Want hoeveel makkelijker en goedkoper is het niet om zelf de frietpan aan te zetten en friet te bakken? Buiten de deur friet halen heeft blijkbaar toch een meerwaarde, maar welke: welke beleving bieden de cafetaria´s hun klanten? En hetgeen wat je ziet, wat zegt dat over deze klanten?

De reden waarom deze vragen opgeroepen worden ontwaar je, als je vanaf de Havendijk links aanhoudt en doorloopt en op de kruising Leenherenlaan en Vendeliersstraat een snackbar in ruste tegenkom: Snackbar Tommy. In ruste, omdat de deur dicht is, het licht uit en de straat eromheen de sereniteit van de luwte, nét uit het zicht van de haven uitstraalt. Als je je omdraait zie je, door de bomen en tussen de huizen door, de drukke werkzaamheden in de haven die het gebied klaar voor de toekomst moeten maken. Omdat een blok huizen het zicht net afschermt, lijken de ambitieuze plannen van de gemeente Tilburg nauwelijks indruk te maken hier. “Doe maar gewoon…”, straalt de buurt uit, “We zien wel wat komen gaat”.
Omdat men op een woensdagmiddag meer bedrijvigheid zou verwachten in een cafetaria, trekken de getoonde openingstijden de aandacht. Verwonderlijk genoeg moet vastgesteld worden dat de openingstijden zich beperken tot woensdag tot en met zondag en slechts van 16.30 tot 19.00 uur .
Als je voorbij de openingstijden kijkt, naar de ruimte erachter, krijg je het gevoel dat je bij iemand in zijn keuken naar binnen gluurt. Tegels met bloemen, bloemstukjes op de eettafels en een hondje dat gelijk aanslaat. De beleving van het buiten de deur eten wordt gelijk weer teruggebracht tot het intieme, het huislijke. De tegels uit de jaren ´70 en de korte openingstijden lijken uit te stralen dat dit een pretentie- en ambitieloos cafetaria is. “We doen het al jaren zo,” lijkt men te zeggen, “Zo kent en waardeert men ons in de buurt, waarom ons aanpassen en ons anders voordoen dan we zijn?” Een snackbar die precies past in het nuchtere wat de kalmte van de buurt uitstraalt. Ook het ontbreken van enige vorm van reclame (op de Coca-Cola logo´s op het bord buiten na) straalt de ongedwongenheid uit van een eigenaar die niets hoeft en alles mag. Slechts het Plein Open Air Festival-affiche wat de maagdelijke muur bevlekt verraadt het buurtelijk engagement van deze cafetariahouder. De ´verboden voor honden´-sticker op de deur zit er al zo lang dat met het vervagen van de rode kleur, honden langzaam aan weer welkom zijn geworden, de eigen hond die door de ruimte blaft illustreert dit des te meer.

Dit huiselijk ogende interieur bezit een dualiteit met een vervreemdende kant. Binnen op de vitrine staat een perfecte vaas tulpen. Het etenswaar ligt daarin smetteloos mooi opgestapeld, zij aan zij met plastic groene versieringen. Het gereedschap en de benodigdheden staan steriel op de toonbank uitgestald. De tulpen proberen de ruimte warmte te geven, maar de twijfel of deze echt of van kunststof zijn doen deze eigenschap gelijk weer verstarren. Ze lijken levend, maar zijn dat nooit geweest en compenseren voor de dieren die wel ooit leefden maar nu geobjectiveerd zijn tot snacks: een spanning tussen bijna-levend en dood. De sobere ruimte is bijna gemaakt om slechts naar te kijken, als een museum. Een museum waarin leven en verstilling hand in hand gaan.

De uniciteit van Snackbar Tommy blijkt weer als je verder door de buurt loopt. Het is een buurt met vele snackbars. De witte borden met zwarte letters, geflankeerd door Coca-Cola logo´s, trekken je blik in één oogopslag een straat in: Daar moet je zijn! Ieder met reguliere openingstijden van 12.00 tot 22.00 en ieder met zijn eigen beleid betreffende versiering van leveranciers, maar deze is altijd aanwezig; meer dan je ooit in de huiskamer van Tommy zult aantreffen.
Zijn tegenpool vinden we in Cafetaria De Bengel in de Fatimastraat. Op het eerste gezicht een doorsnee snackbar, maar bij benadering ontsluiert het zijn Chinese ziel. Een onopvallende versiering met Chinese tekens voor het grote raam zegt heel veel: twee breed lachende, Aziatisch ogende mannetjes die etenswaar aanbieden. Ook de vriendelijke beelden die binnen op een muurtje staan lijken te zeggen: “Je bent welkom! Eet smakelijk!” Deze lach opent niet alleen de deuren tot de snackbar, maar ook tot de harten van de klanten. De deur bekleedt hierin zowel een letterlijke als symbolische functie. Het zit volgeplakt met tekens die uitstralen dat er een wederzijdse omarming is, en dat deze oorspronkelijke vreemdelingen van de Nederlandse eetcultuur, de uitbaters van De Bengel, toe zijn getreden tot het hart van hun buurt. Ondanks, of juist dankzij de culinaire verschillen willen de uitbaters middels betrokkenheid bij de buurt het vertrouwen genieten dat zij er zorg voor zullen dragen de klant het beste eten voor te zetten. Het adverteren voor rottweilerpuppies, verhuisdiensten, een optreden van de Leykneuters en andere kleine advertenties maakt de deur tot een buurtprikbord waarin klanten zich kunnen vinden en herkennen. Het verschil in (eet-)cultuur en het afwijken van tradities van de uitbaters met de buurt wordt hiermee totaal onbelangrijk gemaakt. De oorkonde van verantwoord frituren in tweevoud moet de klant het gevoel geven een betrokken uitbater te treffen die alleen het beste voor zijn klant wil. Ook maatschappelijk engagement blijkt uit de sticker van de Cliniclowns die zij hiermee zeggen te steunen. Te midden van al deze lieflijkheden door wordt de klant wel subtiel herinnerd aan de huisregels, want er moet wederzijds respect zijn, en wordt er niet vergeten dat er ook iets verkocht moet worden.


 Eva Thomassen
06-05-2009

meer weten over semiotiek?


 
 Anja de Groote
over de Betuwestraat

 Hugo Derene
over de Betuwestraat

 Kim Kabbedijk
over de Havendijk

 Lisa Ruskus
over de Twentestraat

 Natascha Tummers
over de Hoevenseweg

 Noor Hegeman
over de Caspar Houbenstraat

 Robert Proost
over de Sint Josephstraat

 Suleika Gommers
over de Hogendriesstraat

 Sylvia Kox
over de Oisterwijksebaan