‘Fort Jeruzalem’
aanpak/methode 2009

Er bevindt zich in de Caspar Houbenstraat een somber doch mysterieus gebouw. Wanneer men naar het gebouw kijkt en er eens een keer omheen wandelt, zal op het eerste gezicht het gebouw niet erg aantrekkelijk lijken. Het gebruik van de saaie, grijze en lompheid uitstralende blokken beton zorgen voor een somber totaalplaatje. Ook van de bombastische, rechthoekige vorm van het gebouw zal men niet snel vrolijk worden.

 
Wanneer men echter eens wat beter naar het gebouw gaat kijken en af en toe eens de ogen half dichtknijpt en door de oogwimpers kijkt, zal duidelijk worden dat er een heel ander verhaal achter dit gebouw schuilt. Dit gebouw geeft vele tekens af, waaruit verschillende dingen kunnen worden opgemaakt. (Het woord tekens mag hier gelezen worden als ‘dingen die iets (kunnen) betekenen’.) Deze tekens, of beter gezegd betekenissen, kunnen door iedereen anders gemaakt worden. In dit stuk zal één van wellicht vele interpretaties, van het grote aantal tekens dat dit gebouw bevat en afgeeft, worden weergegeven.
Eerst moet men maar eens goed naar de flat kijken. Men zal zien dat de tak die is bevestigd op de gevel erg veel weg heeft van een paar wenkbrauwen. De bladeren zijn namelijk donker van kleur, en ook de ‘ogen’ van het gebouw zijn zichtbaar, waardoor de tak transformeert in wenkbrauwen. Het zijn dus wenkbrauwen.
Wanneer men naar de linkerzijde van het gebouw loopt, zijn er in eerste instantie veel balkons te zien die nagenoeg identiek aan elkaar zijn. Aan de zijkanten van deze balkons zijn een soort geelgekleurde schotten geplaatst die reiken van de grond tot aan het balkon van de bovenste woningen. Op het moment dat men door de oogwimpers kijkt, is te zien dat deze schotten eigenlijk mannetjes zijn met een lang lichaam, korte beentjes en kleine voetjes. Ze houden met zijn allen het gebouw op zijn plaats, en zullen dit hun hele leven blijven doen. De statige manier waarop de mannen exact naast elkaar staan, geen krimp geven en hun plicht het gebouw tegen te houden, doet denken aan de wijze waarop militairen hun functie vervullen: plichtsgetrouw, emotieloos en zonder klagen. Er mag dus op vertrouwd worden dat dit gebouw in goede handen is. Als men wederom een aantal passen naar links gaat staan, valt nog meer op hoe recht de rij van mannen daadwerkelijk is. Tevens is dan te zien dat de gele kleur goed bij het gebouw past. Hierdoor is het zeer aannemelijk dat er bewust is gekozen voor een camouflagepak van de militairen, om ervoor te zorgen dat ze niet opvallen bij de vijand.
Aan de andere kant van hetzelfde gebouw is een andere situatie zichtbaar, maar nauw verwant aan de mannen in camouflage-uitrusting. Wanneer men namelijk naar deze kant kijkt, ziet men waarschijnlijk eerst een paar fraai versierde ingangen van het gebouw. Als men op de juiste plaats gaat staan, zal men het felkleurige, grove geschut van de militairen, aan de andere zijde van het gebouw, kunnen herkennen. De gevechtslinie staat klaar om ten strijde te trekken met geheven wapens. Het zou echter ook de opslagplaats van de wapens kunnen zijn, waardoor het nu mogelijk is voor de militairen om het gebouw te bewaken en tegen te houden. Dit is beter voor te stellen wanneer men kijkt naar de grote variëteit aan artillerie uitgestald staat aan die zijde. Deze wapens staan keurig in rijen opgesteld en klaar voor gebruik of zijn zojuist weer opgeborgen. Toch zorgt deze opstelling ook voor verwarring, want de (relatief kleine) voorwerpen voorzien van donkerbruin onderstel en groengele pluim zouden evengoed de vermomde vijand kunnen zijn. Dit kan overigens ook verondersteld worden wanneer men nog eens naar de zijde loopt waar de fortbewakers zich bevinden; ook hier lijkt de vijand aan te treden, ditmaal van gelijke lengte als de militairen. Er lijkt ineens overduidelijk veel onheil op komst, want het fort blijkt omsingeld en de militairen worden ingesloten. Het oogt er rustig en kalm, maar men lijkt nog altijd niet in de gaten te hebben dat er gevaar op de loer ligt. Helaas is de situatie nog dramatischer dan de fortbewakers en de overige leden van deze militaire bezetting ook maar zouden kunnen bedenken. Het blijkt vele malen ingewikkelder en zwaarder; er heeft zich een derde en tevens onzichtbare vijand aangediend! Het zijn niet alleen de directe (zichtbare) vijanden die het slecht voor hebben met Fort Jeruzalem, maar ook de zogenaamde vriendelijke, toegankelijke en op het eerst oog betrouwbare vestigingen die zijn opgezet rondom het fort, zijn er op uit het fort totaal te verwoesten en ruineren! Dit wordt een regelrechte ramp! Iedereen heeft in de gaten wat er staat te gebeuren met het fort en zijn bemanning. Iedereen voelt langzaam de sterkste en alom beruchte troepen naderen waar de militairen zich onmogelijk tegen zullen kunnen verdedigen. Maar omstanders zijn wijs genoeg om hun mond te houden, omdat zij het zijn die deze woestelingen hebben ingeschakeld het fort uit de weg te ruimen en te verpulveren.
Het is interessant om nog eens terug te gaan naar het beginpunt. Er kan voorzichtig verondersteld worden dat nu pas te zien is dat de aanschouwer van dit gebouw (of het fort) zelf degene is die het meest aanschouwd wordt, en wel door de opperbevelhebber van het leger: de generaal.
Er is dus een heel duidelijk beeld te schetsen van wat er zich rondom dit gebouw afspeelt en zich wellicht al hééft afgespeeld. De grote vraag zal echter voor altijd blijven wat zich ín het gebouw heeft afgepeeld of wat daar vandaag de dag plaatsvindt. Het zou simpelweg het fort kunnen zijn dat de militairen zowel beheren en staande houden als bewaken, maar het zou ook een plek kunnen zijn waar de militairen zich verschuilen voor de vijand. Dit is echter tevergeefs, vanwege het gegeven dat ze van alle mogelijke kanten (inclusief de kant waarvan ze denken dat het bondgenoten zijn) worden bedreigd. Eenieder die het fort aanschouwt hoopt natuurlijk uit alle macht dat er binnen in het gebouw een gigantisch leger klaarstaat om naar buiten te stormen en de verscheidene vijanden te lijf te gaan en het kwaad te verdrijven. Dan zou men pas weer met een gerust hart van het leven kunnen genieten.


 Noor Hegeman
15-05-2009

meer weten over semiotiek?


 
 Anja de Groote
over de Betuwestraat

 Eva Thomassen
over de Leenherenstraat

 Hugo Derene
over de Betuwestraat

 Kim Kabbedijk
over de Havendijk

 Lisa Ruskus
over de Twentestraat

 Natascha Tummers
over de Hoevenseweg

 Robert Proost
over de Sint Josephstraat

 Suleika Gommers
over de Hogendriesstraat

 Sylvia Kox
over de Oisterwijksebaan